Inleiding
De activiteiten die plaatsvinden in schoolgebouwen, accommodaties voor sport, cultuur en ontmoeten dragen bij aan de leefbaarheid in onze wijken en kernen. We streven daarin naar een duurzame balans tussen maatschappelijke behoeften en passende accommodaties. Dit is een continu en interactief proces met alle betrokken partijen. De recente COVID-19 crisis zorgde tijdelijk voor minder gebruik van onze accommodaties. De aansluitende energiecrisis en algehele prijsstijgingen drukken verder op de exploitaties. Daar waar maatschappelijke organisaties ondersteuning nodig hebben, springen we bij. Dit heeft niet tot een trendbreuk geleid, maatschappelijke accommodaties blijven van groot belang voor leefbare wijken en kernen.
1. Visie op gemeentelijk vastgoed
Maatschappelijke voorzieningen zoals schoolgebouwen, sportaccommodaties, cultuurgebouwen en wijk- en dorpshuizen staan voor een lange periode (40 jaar) op de gemeentebegroting. Als we een accommodatie willen behouden is na 40 jaar opnieuw een investering nodig voor renovatie of vervangende nieuwbouw. Gebouwen die niet meer nodig zijn voor maatschappelijke doelen slopen of verkopen we.
De vraag naar ruimte verandert. Op basis van bevolkingsprognoses verwachten we dat de totale ruimtebehoefte bij onderwijs, kinderopvang en georganiseerde sport de komende jaren groeit in de kern Oss en licht daalt in sommige kleine kernen. Voor sommige locaties is er een behoefte aan uitbreiding van voorzieningen, terwijl in andere gebieden clusteren nodig is om een acceptabel voorzieningenniveau in stand te houden.
We zien ook een behoefte aan kleinschaliger, meer informeel en minder georganiseerd ontmoeten, bewegen en recreëren. Wijk- en dorpshuizen kunnen ook meer een plek zijn voor zorg dicht bij huis en dagbesteding. Sportaccommodaties zijn er ook voor recreatieve of ongebonden sporters. We willen ze meer verbinden met sport- en beweegmogelijkheden in de openbare ruimte. Dit is in lijn met een samenleving die meer individualiseert, maar waar toch behoefte is om elkaar laagdrempelig te ontmoeten, zorg in de eigen woonomgeving te bieden en samen activiteiten te ondernemen. We verwachten dat deze trend van een veranderende ruimtevraag voor de gemeente de komende jaren doorzet. Deze ontwikkelingen willen we beter monitoren en erop kunnen sturen. We werken aan een instrument om de maatschappelijke waarde van onze accommodaties beter in beeld te krijgen.
Gezien deze ontwikkelingen heroriënteren we ons op het bestaande vastgoedbeleid. In een nieuw vastgoedplan beschrijven we actuele doelen en uitgangspunten. Het bevat ook een monitor en routekaart voor onze vastgoedplanning. Zoals we binnen het domein onderwijs werken met een Integraal Huisvestingsplan (IHP), willen we dat voor al ons maatschappelijk vastgoed doen. In het Vastgoedplan stellen we vast wat we kwalitatief en kwantitatief echt nodig hebben aan maatschappelijke voorzieningen.
De uitgangspunten hierbij zijn:
- Het optimaliseren van het gebruik van accommodaties (goede spreiding, betere bezetting, multifunctioneel gebruik en inzet van niet-gemeentelijke gebouwen).
- Een aantoonbaar maatschappelijk rendement en sluitende exploitaties.
- Veilige en duurzame accommodaties.
2. Meerjarig Investeringsplan maatschappelijk vastgoed
Wat is opgenomen in het MIP maatschappelijk vastgoed?
In het MIP maatschappelijk vastgoed (MIP MV) zijn verwachte investeringen in de maatschappelijke vastgoedportefeuille voor de komende vier jaar opgenomen. Deze investeringen komen onder andere voort uit de voorzieningenkaartadviezen, behoefte-onderzoek bij sportaccommodaties en leerlingenprognoses in relatie tot de leeftijd en bouwkundige staat van de gebouwen. De MIP MV is een globale raming met een globale planning van de vastgoedkosten (de accommodatie). Kosten zoals grondaankoop, sloopkosten en boekwaarden van een achterblijvend pand zijn niet in het MIP MV opgenomen. Dat geldt ook voor kosten voor de (her)inrichting van de openbare ruimte en mogelijke infrastructurele maatregelen. Verder zijn de forse prijs- en bouwkostenstijgingen van het afgelopen jaar meegenomen in het MIP MV.
We actualiseren het MIP MV jaarlijks. Dat doen we door de globale planning van de projecten bij te stellen op basis van actuele ontwikkelingen. Daarnaast voegen we bij deze actualisatie altijd een nieuw jaar toe. Als er extra investeringsruimte nodig is voor de uitvoering van het MIP MV dan blijkt dat ook uit de actualisatie. De budgetaanvraag hiervoor loopt via de programmabegroting.
Vaststelling van bouwbudgetten
Op basis van de globale ramingen uit het MIP MV werken we samen met onze partners en inwoners de plannen verder uit. Dit moet duidelijk maken welke doelgroepen we gaan huisvesten, hoe groot het gebouw moet worden, of renovatie of nieuwbouw beter is en op welke locatie. Op basis van de gesprekken hierover met belanghebbenden maken we haalbaarheidsstudies en werken we de globale ramingen uit het MIP MV uit tot concrete investeringsvoorstellen. Hierbij houden we ook rekening met eventuele aanvullende kosten (verwerving, sloop, aanpassingen in de openbare ruimte e.d.), veranderende wet- en regelgeving en prijsstijgingen door marktwerking. De raad stelt op basis van deze investeringsvoorstellen definitieve bouwbudgetten vast. Als een benodigd bouwbudget groter is dan het geraamde bedrag in het MIP MV vragen we aanvullende middelen aan.
Autonome ontwikkelingen van invloed op budgetten
De bouwkosten zijn de afgelopen jaren enorm gestegen. Ook blijkt het verduurzamen van onze gebouwen naar gasloos en CO2-arm duurder te zijn dan onze gehanteerde kengetallen aangaven. Verder verwachten we aanvullende COVID-19 maatregelen op het gebied van ventilatie en klimaatbeheersing. Het kengetal voor de m2 -prijs bij investeringen hebben we daarom verhoogd. We verwachten dat de bouwkosten de komende jaren nog verder stijgen, maar de mate waarin is nog onvoldoende duidelijk.
MIP MV in programmabegroting
In de investeringsparagraaf verderop in deze programmabegroting staat een overzicht van de geraamde investeringen in het MIP MV (naast alle andere gemeentelijke investeringen). Concrete bouwprojecten worden met een apart budget genoemd. Bij de 3O-ontwikkelingen in de programma’s lichten we de actualisatie binnen het MIP MV nader toe.
3. Ontwikkelingen per domein
3.1 Onderwijs
De gemeente heeft voor onderwijshuisvesting een zorgplicht en is verantwoordelijk voor passende nieuwbouw en uitbreiding. Om inzicht te hebben, de kwaliteit van de huisvesting te borgen en in te spelen op ontwikkelingen, werken wij met de schoolbesturen vanuit een gezamenlijk toekomstperspectief. Dat leggen wij vast in het Integraal Huisvestingsplan (IHP). Deze gedeelde langetermijnvisie helpt ons om strategische keuzes te maken. Door veranderende leerlingenaantallen hebben wij te maken met groei en krimp. Waar mogelijk benutten wij leegstaande vierkante meters, verhuren wij ruimtes en bouwen wij flexibel. Wij bouwen bijna geen solitaire schoolgebouwen meer, maar kindcentra met onderwijskundige partners. Wij gaan uit van een levensduur van deze voorzieningen van minimaal 40 jaar. In 2024 gaan wij de leerlingenprognoses actualiseren, dit verifiëren met de stand van zaken en ontwikkelingen binnen de gemeente en vervolgens passen wij het IHP hierop aan.
Basisonderwijs
Het beeld bij het basisonderwijs in de gemeente voor de komende 10 jaar is een leerlingengroei van gemiddeld 4,5% met enkele uitschieters van 20 - 30%. De recente prognose is een trendbreuk met eerdere verwachtingen waarin sprake was van (lichte) krimp. Dit vraagt een heroriëntatie op de bestaande overmaat aan onderwijsgebouwen in het basisonderwijs. In het IHP houden wij hiermee rekening.
In 2023 hebben wij voorbereidingskrediet van de raad ontvangen voor de vervangende nieuwbouw van De Lockaert en De Polderhof. Wij werken het project samen met de schoolbesturen Filios en SAAM verder uit.
Samen met schoolbestuur Optimus werken wij aan een vervangende nieuwbouw voor de scholen in Megen, Macharen en Haren op één locatie. Wij hebben in 2021 een zorgvuldig participatieproces doorlopen voor het locatieonderzoek. Daarvoor formeerden wij een werkgroep en stuurgroep met vertegenwoordigers van Optimus (bestuur, directeur en MR), Dorpsraad MHM (vertegenwoordiging elke kern) en de gemeente. De raad heeft in 2022 goedkeuring gegeven aan het locatieonderzoek en voorbereidingskrediet verstrekt. Daarna zijn wij gestart met de grondaankopen, dit proces loopt nog.
De leerlingenaantallen bij Mozaïek en De Meander stijgen. In samenspraak met de schoolbesturen, respectievelijk Simon en Filios, werken wij de projecten uit. Voor Mozaïek en De Meander hebben wij in 2022 en 2023 tijdelijke oplossingen gerealiseerd. In 2024 zijn wij voornemens voor beide scholen een permanente oplossing te realiseren in de bestaande gebouwen. Wij leggen dit eind 2023 / begin 2024 voor aan de raad. Ook bij De Wissel stijgen de leerlingenaantallen en wij verwachten in 2024 voorbereidingskrediet bij de raad aan te kunnen vragen.
Omdat wij de leerlingengroei van Mozaïek willen opvangen in het gebouwdeel van ’t Kleurenbos in MFA Meteoor, hebben wij voor ’t Kleurenbos vervangende huisvesting op een andere locatie nodig. Op dit moment onderzoeken wij de inpassing van ‘t Kleurenbos in de leegstand van MFA Noorderlicht. De Evenaar is reeds gehuisvest in MFA Noorderlicht en heeft een verbouwingsaanvraag ingediend. Om de meest optimale herindeling in MFA Noorderlicht te maken en dubbele investeringen te voorkomen worden de vraagstukken integraal onderzocht. Door deze koppeling maken wij zo effectief en efficiënt mogelijk gebruik van ons bestaand onderwijsvastgoed, hoeven wij geen permanente uitbreiding te bouwen voor Mozaïek en hebben wij tijdig een oplossing voor de onverwacht forse leerlingengroei bij Mozaïek. Wij leggen dit eind 2023 / begin 2024 voor aan de raad.
Voortgezet onderwijs
Het voortgezet onderwijs heeft nog wel te maken met krimp. Voor de komende 10 jaar verwachten wij een leerlingenkrimp van gemiddeld 4,9%. Op de lange termijn gaat het aantal leerlingen weer licht toenemen. De krimp komt voor een belangrijk deel door afname van de totale leerlingenpopulatie in de omliggende gemeenten. In het voortgezet onderwijs wordt krimp veelal opgevangen binnen de school zelf, tenzij die op dit moment al kampen met een aanzienlijk ruimte-overschot.
(Voortgezet) speciaal (basis)onderwijs
Het aantal leerlingen in het (voortgezet) speciaal (basis) onderwijs laat zich moeilijk voorspellen. Ondanks de gelijkmatige prognoses van de afgelopen jaren zijn op alle scholen de aantallen toegenomen. De verklaring ligt in de regionale samenwerkingsverbanden en doordat de integratie in het reguliere basisonderwijs veel te optimistisch is ingeschat. Leerlingen stromen vaker terug naar het speciaal onderwijs, waar ze beter tot hun recht komen. In 2020 en 2021 hebben wij daarom noodlokalen gebouwd en eind 2023 / begin 2024 gaan wij extra ruimte binnen het schoolgebouw van Hub Noord-Brabant realiseren. Voor de komende 10 jaar verwachten wij voor het speciaal basisonderwijs een leerlingengroei van 8,5%, voor het speciaal onderwijs een leerlingengroei van gemiddeld 6,7% en voor het voortgezet speciaal onderwijs een leerlingenkrimp van gemiddeld 5,6%. Het daadwerkelijke verloop van het aantal leerlingen zullen wij samen met de schoolbesturen volgen.
In 2021 zijn wij samen met de schoolbesturen Hub Noord-Brabant en Oosterwijs en het Samenwerkingsverband gestart met de behoefteonderzoeken voor de vervangende nieuwbouw voor het (voortgezet) speciaal onderwijs (SO: 2 scholen op 1 locatie en VSO 2 scholen op 1 locatie met zorg- en begeleidingspartners). In 2022 zijn wij gestart met de locatieonderzoeken voor deze specialistische voorzieningen. In 2023 hebben wij voorbereidingskrediet van de raad ontvangen. Wij werken de projecten samen met de schoolbesturen verder uit.
In 2022 heeft schoolbestuur Optimus besloten om SBO Het Baken niet meer te huisvesten in de nieuwe specialistische voorziening SO. In het kader van inclusief onderwijs wil SBO Het Baken zich samen met haar onderwijskundige partners huisvesten in of naast een reguliere basisschool. In 2023 hebben wij locatieonderzoek gedaan. Wij verwachten in 2024 een voorbereidingskrediet aan te vragen bij de raad.
3.2 Sport
De landelijke trend is dat de sportdeelname van inwoners stabiel blijft. Sporten gebeurt vaker informeel en individueel, buiten de sportverenigingen om. De behoefte aan sport- en beweegvormen wordt ook diverser. De verenigingssport wordt relatief kleiner ten opzichte van de informele sport. We zien dit terug bij de ledenaantallen van sportclubs in Oss. Die blijven over het algemeen redelijk stabiel maar het aantal jeugdleden daalt, vooral in de kleine kernen. Gelet op deze ontwikkelingen willen we stimuleren dat ook de groep individuele sporters de bestaande (sport)voorzieningen meer gebruikt. Bijvoorbeeld door sportparken met andere voorzieningen voor nieuwe groepen aantrekkelijker te maken en door verenigingen te helpen een breder (sport)aanbod te ontwikkelen. Hiermee investeren we tevens in het behoud of het verbeteren van de (bredere) leefbaarheid in gemeenschappen. Op sommige locaties valt dit samen met het clusteren van verenigingen en voorzieningen. Daarnaast maken we ook de openbare ruimte aantrekkelijker voor sporten en bewegen. Bij binnensportaccommodaties bekijken we bij renovatie of vervanging hoe we het gebruik ervan kunnen optimaliseren. Dit zijn natuurlijke momenten om gebouwen aan te passen naar de behoeften van een bredere groep gebruikers.
Verenigingen geven aan moeite te hebben om vrijwilligers voor een langere periode aan zich te binden. Tegelijkertijd worden sportverenigingen gevraagd een maatschappelijke bijdrage te leveren, bijvoorbeeld aan het onderwijs of bij het bevorderen van de volksgezondheid. Het tekort aan vrijwilligers in combinatie met meer maatschappelijke verwachtingen legt een druk op de verenigingen. Tenslotte is ook de sporter kritischer op de kwaliteit van sportaccommodaties en blijven de (wettelijke) eisen aan sportvoorzieningen hoog.
Deze ontwikkelingen maken het voor veel verenigingen moeilijker om (in de nabije toekomst) vitaal te blijven. We stimuleren verenigingen daarom om onderling en met andere maatschappelijke organisaties samen te werken. Sportactiviteiten zijn daarbij een middel om ook in het sociaal en zorgdomein tot resultaten te komen. In het vernieuwde Osse Sportakkoord (OSA) leggen we de verbinding met andere domeinen gezondheidspreventie en sociale verbanden te versterken. Dit is voor de breedtesport uitgewerkt in het beleidskader 'vitale sportvereniging'. Met ondersteuning van het SEC helpen we verenigingen om het beleidskader binnen de eigen club toe te passen. Soms is het daarvoor nodig om de sportaccommodatie aan te passen. Het beleidskader gebruiken we daarom ook bij de integrale afweging van investeringen in sportaccommodaties. Zo hebben we bijvoorbeeld met tennisvereniging VIP en voetbalvereniging Herpinia een intentieovereenkomst gesloten om een open sportclub op sportpark Wilgendaal in Herpen op te richten. In de open sportclub werken clubs verregaand samen om vanuit één organisatie een veelheid aan sporten en bewegen voor de hele gemeenschap mogelijk te maken. Het sportpark willen hiervoor duurzaam aanpassen naar een open en breed toegankelijk sportpark.
Ook in Ravenstein en in andere kernen zijn we in gesprek met sportverenigingen die nauw willen samenwerken of fuseren en voorzieningen willen clusteren. We zoeken daarbij naar verbinding met huisvestingsvraagstukken binnen andere domeinen en gebiedsontwikkelingen.
Binnensport
De komende jaren zijn extra investeringen in binnensportaccommodaties noodzakelijk, met name voor de uitbreiding, vervanging of renovatie van de gymaccommodaties in het stedelijk gebied. We stemmen dit af met de ontwikkelingen bij onderwijshuisvesting, zoals bij de nieuwbouw van KC Nicolaas en KC De Avonturijn. Voorop staat dat we inspelen op veranderende behoeften bij het gymonderwijs, (ongeorganiseerde) sport en nieuwe beweeginitiatieven. Het doel is om met meer maatwerk het gebruik van de accommodaties te optimaliseren. Zo werken we bijvoorbeeld verder aan een nieuw toekomstscenario voor de tennishal op sportpark De Rusheuvel.
In de kleine kernen is de bezettingsgraad van onze gymaccommodaties over het algemeen laag. Als we kijken naar de bevolkingsontwikkeling en leerlingenprognoses verwachten we, behalve in Ravenstein, op deze locaties geen verbetering. Daar waar mogelijk willen we de overcapaciteit de komende periode in goed overleg verminderen.
Met het bestuur, directie en gebruikers van het Golfbad werken we verder aan de plannen van het nieuwe zwembad op de locatie Osseweg in Berghem.
3.3 Wijk- en dorpshuizen
We hebben ruim twintig wijk- en dorpshuizen in de gemeente. Er zijn verschillen in eigendom, beheer en gebruik van deze voorzieningen. Ook de functies die ze hebben zijn divers: van gemeenschapshuis met huiskamer voor de wijk, tot verenigingsgebouw, broedplaats of wijkonderneming. Voor wijk- en dorpshuizen spelen dezelfde demografische en maatschappelijke ontwikkelingen als bij de andere domeinen. We ontgroenen en vergrijzen, de samenleving individualiseert en de kwaliteitseisen die we stellen aan gebouwen nemen toe.
Van vrijwilligers wordt steeds meer professionaliteit gevraagd. De decentralisaties in werk, zorg en jeugd versterken deze ontwikkeling.
De positionering van de wijk- en dorpshuizen krijgt hiermee een breder perspectief. Met de vaststelling van de nota thuis in de buurt door de raad in 2020 fungeren de wijk- en dorpshuizen als centraal ontmoetingspunt en faciliteren in zorg, paramedische dienstverlening en als leer-werkplek. In 2023 zijn met de implementatie van “thuis in de buurt” alle dorps- en wijkhuizen aan de slag met een brede uitvraag om tot een passend activiteitenprogramma te komen. Er zijn en worden domeinbijeenkomsten en workshops georganiseerd om kennis en kunde van vrijwillige inzet te versterken. De dorps- en wijkhuizen fungeren als voorliggende voorziening en vanuit de WMO zijn en worden initiatieven voor dagbesteding gestart. Betaalbaarheid voor alle gebruikers en een gezonde exploitatie van de gebouwen spelen daarbij een rol. Voor de uitwerking van een alternatief exploitaitiemodel, waarbij de bijdrage aan het oplossen van maatschappelijke opgaven, maatschappelijk rendement onderdeel is, is een extern adviesbureau betrokken. Een verdere uitrol staat in het najaar en 2024 gepland.
We werken verder met beheerstichtingen, gebruikers en dorps- en wijkraden aan verschillende projecten. In Herpen zijn we in de afrondende fase met de vernieuwbouw van dorpshuis ’t Slotje. Zo wordt er gewerkt aan het realiseren van nieuwe accommodaties voor ontmoeten in de wijk Oss Noord-West met Brabant Wonen met de realisatie van een nieuw Loovelt en aan een nieuw dorpshuis Vidi Reo in Ravenstein. We zijn aan de slag met de gemeenschappen in Macharen en Neerloon-Overlangel-Keent (NOK) een haalbaar plan te realiseren voor ontmoeten en sport. In het centrum loopt een haalbaarheidsonderzoek naar een toekomstbestendigheid van de Binnenstad en in 2024 start een onderzoek voor behoeftevraag ontmoeten in Oss Zuid.
We staan voor een ambitieuze opgave om ons vastgoed te verduurzamen. In Oss, Lith en in Geffen zijn hiervoor pilots gestart en momenteel in een afrondende fase om panden te verduurzamen. In het coalitieakkoord ‘Samen Duurzaam Vooruit’ is aangegeven dat we als gemeente het goede voorbeeld willen geven en dus willen versnellen. Met de vrijvallende middelen van de onderhoudsvoorzieningen vormen we een bestemmingsreserve voor het verduurzamen van onze gebouwen die niet op korte termijn vanuit het meer-jaren investeringsplan (MIP) voor verbouw of vervangende nieuwbouw staan ingepland. Op natuurlijke momenten, zoals bij kleinschalige verbouw of groot onderhoud, investeren we naast het regulier gepland onderhoud in o.a. extra isolatie en duurzame (gasloze) installaties
3.4 Cultuur
Bij cultuur onderscheiden we de (boven)stedelijke, professioneel beheerde voorzieningen, zoals theater De Lievekamp, Museum Jan Cunen, De Bibliotheek (inclusief Stadsarchief), Muzelinck en De Groene Engel (sinds medio 2023 geen eigendom meer van gemeente Oss) naast voorzieningen voor het culturele verenigingsleven.
In de nota Cultuur verbindt OnSS (2021) is vastgelegd dat de focus binnen de gemeente Oss ligt op het behoud van het brede scala aan culturele functies binnen de totale professionele kunst- en cultuursector. Dat standpunt blijft ook in de komende jaren gehandhaafd. Ook blijft er de komende jaren aandacht voor cultuureducatie en -participatie en het behoud van de culturele infrastructuur.
Er wordt steeds meer druk uitgeoefend op culturele instellingen, om meer aanbod te bieden en maatschappelijk betrokken te zijn. In het culturele verenigingsleven spelen dezelfde ontwikkelingen zoals we hiervoor hebben beschreven bij wijk- en dorpshuizen en sport. Sommige organisaties hebben moeite om bestuursleden te vinden of jeugdleden te binden. Andere organisaties, kennen deze ontwikkeling niet, maar hebben weer andere problemen zoals het niet kunnen vinden van een geschikte (oefen)ruimte.
Bibliotheken ontwikkelen zich in toenemende mate tot culturele informatiebemiddelaars. Ze steunen de leesontwikkeling van jongeren, het leesplezier, het informele leren doormiddel van bijvoorbeeld podcasts, ontmoeting, voorlichting (platform digitale overheid) en debat. Zij werken daarbij samen met diverse partners in de Osse in samenleving.
De realisatie van het Walkwartier met als cultureel hart "Het Warenhuis” is inmiddels in volle gang, De opening van “Het Warenhuis” staat vooralsnog gepland voor Q3 2025. Een plek voor ontmoeting, stilte, leren en nog veel meer. Maar vooral een plek die openbaar toegankelijk is, een zogenaamde 'third place' (een plek naast werk en thuis). Hierbij is veel aandacht voor inrichting, programmering en exploitatie. Het Warenhuis bevindt zich in het centrum van Oss en zal naast de bibliotheek en het stadsarchief een plek bieden aan diverse andere maatschappelijke organisaties.
De nieuwe huisvesting van De Lievekamp en Muzelinck heeft de VO fase bereikt (voorlopig ontwerp), waarbij rekening wordt gehouden met duurzaamheidsambities en circulair bouwen door onder andere door de inpassing van het Zuiderstrandtheater. Na VO start de fase van DO (definitief ontwerp). De komende maanden brengen we de exploitatie van het gebouw in kaart en starten we met gesprekken over de eigendoms- gebruikers en huurdersrelaties.
De bibliotheek verhuist in Q1 2024 naar een tijdelijke plek in afwachting van de verhuizing naar “Het Warenhuis”. Op de huidige plek van de bibliotheek kan dan de Zuiderstrandzaal gebouwd worden en in Q2/Q3 2026 in gebruik komen. De rest van het gebouw kan volgens planning medio 2028 gereedkomen.
De kwaliteit en toekomstbestendigheid van Villa Constance staat niet ter discussie. Museum Jan Cunen heeft daar met de vaste opstelling van de geschiedenis van Oss onder de naam Villa Curiossa een standpunt over in genomen. De villa is onderdeel van de uitstraling zoals het Museum dat voor ogen heeft. Het gemeentebestuur deelt die visie. We zoeken in goed overleg met elkaar naar optimalisatie van de Villa in haar museale taak en functie.
3.5 Verduurzamen maatschappelijk vastgoed
We verduurzamen ons Maatschappelijk Vastgoed op basis van de gelijknamige kadernota uit 2021. Daarbij volgen we de ambities van het Klimaatakkoord en de aanbevelingen uit de sectorale Routekaart voor Maatschappelijk Vastgoed van de VNG. In de Osse routekaart ligt de focus van het verduurzamen op de kernportefeuille. Dit zijn strategische panden in eigendom van de gemeente, waarvan we verwachten dat ze tot het einde van hun bouwkundige en financiële levensduur in gebruik zijn. We zien hier voor ons nadrukkelijk een voorbeeldrol. Verduurzamen doen we op natuurlijke momenten van onderhoud en (ver)nieuwbouw. Om dit proces te versnellen en extra ambities te realiseren hebben we extra geld uitgetrokken. De lokale routekaart en de financiële consequenties voor nieuwbouw/renovaties en onderhoud worden vanaf 2024 ieder jaar bij de programmabegroting geactualiseerd.
Met de onderstaande zaken geven we een eerste invulling aan de lokale routekaart:
- Opstellen CO2 monitor op de kernportefeuille. Hiermee is een start gemaakt. Als ijk-jaar is gekozen voor 2017. Dit is in lijn met het ijk-jaar van de RES. Periodiek rapporteren we over het ijk-jaar en de resultaten.
- In 2023 is MFA ’t Slotje in Herpen duurzaam gerenoveerd.
- Monitoren van reeds verduurzaamde panden, te beginnen bij de MFA in Lith, de Diddewerf, de MFA Oijen en MFA ‘t Slotje (Herpen).
- Verduurzamen door de markt van 2 grote en 1 klein pand. Er is ondertussen bij marktpartijen meer kennis en ervaring voorhanden dan binnen de relatief kleine vastgoedafdeling van de gemeente Oss. De pilot is uitgevoerd in 2 fasen;
a. Adviesfase in 2022 waarin verschillende scenario’s zijn uitgewerkt;
b. Uitvoeringsfase na besluitvorming eind 2022 en 2023.
Voor de uitvoering is in de programmabegroting van 2022 een bedrag opgenomen van € 1,5 miljoen. De pilot heeft betrekking op de volgende panden: wijkcentrum Kortfoort, MFC de Koppellinck en MFA Meteoor. Voor de uitvoering van de Koppellinck en de Meteoor hebben we ook een DUMAVA subsidie ontvangen. De uitvoering van de pilot is in Q4 2022 gestart en ronden we in Q4 2023 af. De resultaten van de pilot verwachten we begin 2024.
- Milieumaatregelen uitvoeren op de panden die hiertoe vanwege het hoge energieverbruik verplicht zijn. Deze worden uitgevoerd op natuurlijk momenten. Het toepassen van hernieuwbare energie, zoals zonne- of windenergie geldt niet als energiebesparende maatregel. Bij de energiebesparing gaat het om het voorkomen of verminderen van het huidige energieverbruik. Door het toepassen van energiebesparende technieken, zoals isoleren van het gebouw, leidingen en appendages of het toepassen van ledverlichting. Het gaat om maatregelen die het verbruik van kWh elektriciteit en/of m3 aardgas verminderen.