Financiële positie
Degelijk financieel beleid in onzekere tijden- meerjarenbegroting onder druk
In de programmabegroting 2024- 2027 concretiseren we de kadernota 2024. In deze kadernota is de volgende koers vastgesteld:
- Alle kracht en inzet op de uitvoering;
- Geen bezuinigingen met behoud van degelijk financieel beleid;
- Prioritering in ambities.
Onze ambitie op onze eigen financiële huishouding blijft gelijk ten opzichte van voorgaande jaren. We houden ons huishoudboekje blijvend op orde door een stabiel financieel beleid, heldere afspraken en financiële lenigheid om in te spelen op nieuwe omstandigheden. We willen de lokale lastendruk voor onze inwoners en bedrijven laag houden.
Deze ambitie staat in deze begroting meerjarig onder druk. We presenteren een sluitende begroting voor de jaren 2024 en 2025. Voor de jaren 2026 en 2027 is de begroting niet sluitend en krijgen we te maken met jaarlijkse tekorten. Deze tekorten ontstaan voornamelijk door een sterke afname van de algemene uitkering (het zogenaamde “ravijn”) en door het zelf opnemen van een aantal onderbouwde risicoposten.
Dit beeld van de programmabegroting 2024-2027 sluit aan bij het oproep vanuit de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de provincie om een realistische meerjarenbegroting op te stellen. Dit versterkt de positie van de VNG in het gesprek met het Rijk om te komen tot een rechtvaardig, duurzaam en solide meerjarig financieel perspectief. Samen met de VNG zetten we in op de volgende punten:
- Ophogen van het gemeentefonds en herstel van het accres vanaf 2026;
- De opschalingskorting definitief te schrappen;
- Een toereikende en stabiele indexering van het gemeentefonds om loon-, prijs- en volume- ontwikkelingen op te kunnen vangen, inclusief de stijging van de zorgvraag.
In een apart hoofdstuk staan we nadrukkelijk stil bij de kaders en uitgangspunten voor deze begroting. Een stabiele koers is noodzakelijk in deze tijden van grote onzekerheid.
We beginnen dit hoofdstuk met een overzicht van het saldo van deze programmabegroting. Dit lichten we vervolgens kort toe. Verder staan we stil bij de incidentele baten en lasten en ons structurele begrotingssaldo.
+ is nadeel: hogere uitgaven/lagere inkomsten | |||||
Omschrijving | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|---|
Bestaand beleid | |||||
Lasten | 391.520 | 346.047 | 343.127 | 334.979 | 328.469 |
Baten | -386.304 | -358.167 | -360.132 | -336.494 | -327.921 |
Saldo | 5.216 | -12.119 | -17.005 | -1.516 | 548 |
Stortingen reserves | 30.234 | 17.304 | 20.860 | 6.642 | 3.476 |
Onttrekkingen reserves | -39.041 | -6.601 | -4.919 | -4.424 | -4.292 |
Saldo mutaties reserves | -8.808 | 10.703 | 15.940 | 2.218 | -816 |
Totaal bestaand beleid | -3.592 | -1.417 | -1.065 | 703 | -268 |
Nieuw beleid | 5.331 | 2.019 | 2.443 | 5.014 | 7.695 |
3O-ontwikkelingen | -1.295 | -841 | -1.497 | -1.365 | -17 |
Budgettair neutrale wijzigingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Septembercirculaire | 1.633 | 201 | -128 | -313 | -4.329 |
Saldo programmabegroting | 2.078 | -38 | -247 | 4.039 | 3.081 |
Conclusies uit de tabel
We presenteren een sluitende begroting voor de jaren 2024 en 2025. Voor de jaren 2026 en 2027 zijn er tekorten ter hoogte van respectievelijk circa € 4 en € 3 miljoen. Dit zijn naar onze mening acceptabele tekorten. Het tekort vanaf het jaar 2027 wordt veroorzaakt door het opnemen van een aantal concrete risicoposten, die we later in dit hoofdstuk toelichten.
Start van de begroting
De start van de begroting begint met de financiële positie zoals deze in de kadernota 2024 is weergegeven. Hierin was de financiële positie als volgt:
- is voordeel
+ is nadeel
Bedragen x € 1.000
Omschrijving | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|---|
Programmabegroting 2023-2026 | 5 | -759 | -232 | -28 | -133 |
Structurele compensatie ravijnjaar | 0 | 0 | 0 | 0 | -1.145 |
Eerste financiële tussenrapportage 2023 | -179 | 489 | 490 | 489 | 489 |
Meicirculaire 2023 | -3.418 | -1.146 | -1.323 | 241 | 521 |
Financieel kader Kadernota | -3.592 | -1.416 | -1.065 | 702 | -268 |
De ruimte in de kadernota was beperkt. In de kadernota zagen we al dat we grotere ambities hadden dan de aanwezige financiële ruimte en werkten we toen met tekorten voor de jaren 2026 en 2027 van ruim € 1 miljoen.
Dit financiële kader is het vertrekpunt van deze programmabegroting. Vervolgens zijn er mutaties geweest op dit kader in de vorm van posten nieuw beleid, risicoposten, 3O-ontwikkelingen en de septembercirculaire 2023. Deze lichten we afzonderlijk toe.
Financiële effecten programmabegroting 2023-2026
Nieuw beleid
In deze programmabegroting 2024-2027 zijn de speerpunten uit het coalitieakkoord "Samen Duurzaam Vooruit" vertaald. We beoordelen jaarlijks in hoeverre we financiële ruimte hebben om plannen te versnellen of bij de stellen. In deze begroting hebben we voor belangrijke prioriteiten extra financiële ruimte vrijgemaakt.
In totaal nemen we nieuw beleid op ter hoogte van:
- 2023: € 5,3 miljoen;
- 2024: € 2 miljoen;
- 2025: € 2,4 miljoen;
- 2026: € 5 miljoen;
- 2027: € 7,7 miljoen.
Onderstaand een samenvattend overzicht hiervan.
+ is nadeel: hogere uitgaven/lagere inkomsten
- is voordeel: lagere uitgaven/hogere inkomsten
bedragen x € 1.000
Progr | Omschrijving | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|---|---|
2 | Investeringen onderwijshuisvesting 2024-2027 | 0 | -11 | 145 | 194 | 521 |
2 | Onderzoek- en voorbereidingskosten scholen Schadewijk, scholen en sporthal Amsteleind en De Nolder | 450 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2 | Toekomstige investeringen onderwijshuisvesting | 0 | 0 | 0 | 0 | 520 |
2 | Nieuw beleidskader Armoede en Schulden 2024-2027 | 0 | 0 | 247 | 347 | 397 |
3 | Investeringen (MIP) Sport 2024-2027 | 0 | -18 | 102 | 83 | 293 |
3 | Investeringen (MIP) Ontmoeten 2024-2027 | 0 | -107 | -106 | -105 | 128 |
3 | Hogere investeringskosten nieuw theater De Lievekamp | 0 | 0 | -850 | 440 | 440 |
3 | Tijdelijke kosten onder d'n Plag | 0 | 600 | 0 | 0 | 0 |
3 | Inzet algemene reserve voor tijdelijke kosten Onder d'n Plag | 0 | -600 | 0 | 0 | 0 |
3 | Rentestijging zwembad van de toekomst | 0 | 0 | 0 | 270 | 270 |
3 | Extra subsidie Cultuurpodium Groene Engel 2023 en 2024 | 323 | 287 | 0 | 0 | 0 |
3 | Extra subsidie Muzelinck 2023 en 2024 | 201 | 246 | 0 | 0 | 0 |
3 | Extra capaciteit voor uitvoering investeringen voor onderwijs, sport en ontmoeten | 0 | 334 | 334 | 334 | 334 |
3 | Professionalisering evenementen VTH | 0 | 60 | 90 | 90 | 90 |
4 | Versnelling klimaat- en energiebeleid (CDOKE) | 0 | 373 | 373 | 373 | 373 |
5 | Impuls recreatie en toerisme | 0 | 115 | 0 | 0 | 0 |
5 | Doorontwikkeling industriehaven Elzenburg | 3.800 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7 | Rentestijging ruimtelijke ambities | 0 | 15.000 | 0 | 0 | 350 |
7 | Voorbereidingskosten spooragenda | 0 | 1.400 | 0 | 0 | 0 |
7 | Flexwoningen | 0 | 549 | 0 | 0 | 0 |
7 | Inzet algemene reserve | 0 | -16.949 | 0 | 0 | 0 |
7 | Beleidscapaciteit Mobiliteit | 0 | 76 | 114 | 114 | 114 |
7 | Capaciteit overbewoning en handhaving | 0 | 23 | 193 | 193 | 193 |
8 | Capaciteit Veiligheid en professionalisering evenementen | 0 | 105 | 135 | 135 | 135 |
9 | Intern kennis en expertisecentrum participatie | 0 | 92 | 125 | 125 | 125 |
9 | Regiesysteem en data analist sociaal domein | 0 | 160 | 185 | 185 | 185 |
9 | Verhogen opleidingsbudget en reiskostenvergoeding organisatie | 0 | 150 | 200 | 200 | 200 |
9 | P&O: werving & selectie, onboarding en verzuim | 0 | 114 | 114 | 114 | 114 |
9 | Secretariaat bedrijfsvoering | 0 | 122 | 134 | 134 | 134 |
9 | Monitoring & Response en Identity Accesmanagement | 0 | 262 | 262 | 262 | 262 |
9 | Programma Digitale dienstverlening | 0 | 150 | 0 | 0 | 0 |
9 | Inzet algemene reserve voor programma dienstverlening | 0 | -150 | 0 | 0 | 0 |
9 | Lobbyist en subsidiewerving | 0 | 136 | 204 | 204 | 204 |
9 | Nieuwe kantoorinrichting gemeentehuis / commissiezaal | 500 | 284 | 903 | 53 | 52 |
9 | Adviseur digitalisering, communicatie en procesadviseur | 0 | 127 | 192 | 282 | 282 |
10 | OZB stijging van 6,2% | 0 | -1.409 | -1.409 | -1.409 | -1.409 |
10 | Stelpost voor risico's | 0 | 0 | 300 | 1.950 | 2.910 |
- | Overige posten | 57 | 496 | 453 | 445 | 475 |
Totaal nieuw beleid | 5.331 | 2.019 | 2.443 | 5.014 | 7.695 |
Bij de programma’s verderop in deze programmabegroting lichten we het nieuwe beleid toe (onderdeel 4.1).
Risicoposten
Onder nieuw beleid hebben we een stelpost opgenomen voor risico’s ter hoogte van structureel € 2,9 miljoen. De volgende risico’s zijn via een stelpost vertaald in de begroting:
- Hervormingsagenda Jeugdhulp
- Investeringen Onderwijs
- Versnelling klimaat- en energiebeleid/CDOKE
- Cultuur
Het opnemen van deze stelpost betekent overigens alleen dat we hierin in financiële zin deels rekening houden, maar dat gelden pas definitief beschikbaar komen na concrete uitwerking en besluitvorming van onderliggende plannen. We lichten de posten kort toe:
- Hervormingsagenda Jeugdzorg
Rijk en gemeenten zijn beiden van mening dat de huidige financieringssystematiek voor het jeugddomein niet houdbaar is en niet goed past bij de interbestuurlijke verhoudingen in het jeugddomein. Daarom gaan we samen voortvarend aan de slag met een beter passend en bestendig financieringsmodel, waarin sturingsmogelijkheden, medebewind/beleidsvrijheid, financiële verantwoordelijkheden en de wijze van financieren in balans zijn. Een nieuw financieringsmodel moet meer duidelijkheid en voorspelbaarheid voor beide partijen bieden, een passende verdeling van risico’s weerspiegelen, en voorkomen dat financiële discussies de inhoudelijke domineren. Ook moet rekening worden gehouden met de toekomstige (en bijbehorende) bekostiging van de jeugdbescherming, zoals deze wordt uitgewerkt in het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming. Kernpunten van de agenda zijn:
- De reikwijdte van de Jeugdwet wordt afgebakend, meer aandacht voor een domeinoverstijgende aanpak.
- De gemeentelijke toegang met stevige lokale teams wordt versterkt.
- Verbeteren regionale samenwerking en landelijke contractering specialistische zorg.
- Kwaliteitsverbetering en versterking zicht op effectiviteit van zorg.
- Afbouw van de residentiële jeugdhulp: inzet op zo thuis mogelijk.
- Eenvoudiger uitvoering en inkoop, aanpak negatieve effecten van marktwerking.
- Verbeteren van het inzicht in het jeugdstelsel met data en monitoring.
In financiële zin speelt hier het volgende:
- Aanvullend budget op basis van de commissie van Wijzen. Deze commissie heeft geoordeeld dat de gemeenten onvoldoende budget hebben ontvangen voor de uitvoering van jeugdhulp. Op basis van dit advies hebben de gemeenten extra geld ontvangen.
- Maatregelen hervormingsagenda (korting). Deze commissie heeft ook geoordeeld dat er in de komende jaren een besparing gerealiseerd moet worden. De maatregelen zoals opgenomen in deze gezamenlijke agenda (zie hiervoor genoemde kernpunten) zijn zo goed als mogelijk kwantitatief gevalideerd. Voor 2/3 deel van de maatregelen (ruim € 650 miljoen) is landelijk overeenstemming over de mogelijke haalbaarheid van deze maatregelen. Voor de overige 1/3 deel (circa € 380 miljoen) is de raming van een aantal voornemens en maatregelen meer onzeker.
- Extra maatregelen voormalig coalitieakkoord. In het voormalige landelijke coalitieakkoord is vanaf 2025 een besparing opgenomen op jeugdzorg. Dit is aanvullend op het advies van de Commissie van Wijzen. Afgesproken is dat dit een rijksverantwoordelijkheid is. Concreet betekent dit dat het aan het Rijk is om de besparing in te vullen met wettelijke maatregelen. Ook draagt het Rijk het budgettaire risico van deze maatregelen als deze niet of niet volledig doorgang kunnen vinden.
- Uitvoeringskosten hervormingsagenda ministerie: we krijgen een korting voor de landelijke uitvoeringskosten.
We hebben deze financiële ontwikkelingen vanuit de hervormingsagenda vertaald naar onze budgetten die we beschikbaar hebben voor jeugdzorg. Op termijn daalt het beschikbare budget van € 30,7 miljoen in 2023 naar € 25,7 miljoen in 2027. De verwachte kosten in 2023 bedragen € 30,3 miljoen. De eerste jaren 2023-2024 verwachten we nog (beperkte) overschotten op het budget. De jaren erna ontstaan er tekorten. Structureel verwachten we op basis van huidige prognoses een jaarlijks tekort van circa € 4,6 miljoen. Hiervan moet:
- € 2,8 miljoen gerealiseerd worden door landelijke maatregelen. Van deze extra landelijke taakstelling uit het coalitieakkoord is afgesproken dat het Rijk hiervoor de verantwoordelijkheid draagt.
- € 1,8 miljoen gerealiseerd worden door lokale maatregelen uit de hervormingsagenda jeugd. Hier ligt dus een grote opgave.
We zien vooral in de laatste categorie een groot risico. In de begroting houden we rekening met een stelpost waarbij we het risico inschatten op 50% (€ 900.000).
- Investeringskosten onderwijs
Voor de toekomst na 2027 zien we kostenstijgingen door een aantal grote investeringen in onderwijs-huisvesting. In het investeringsplan voor maatschappelijk vastgoed (MIP) schuiven drie grote investeringen (specialistische voorzieningen SO en VSO en basisschool Schadewijk) door in tijd. Het gaat om een investeringsbedrag van ruim € 40 miljoen. Deels reserveren we hier investeringslasten voor (€ 0,5 miljoen), maar een bedrag van € 1,2 miljoen structureel kan nog niet worden opgenomen omdat het buiten de meerjarenbegroting valt. Omdat plannen nog uitgewerkt moeten worden, houden we rekening met een risicopost van 80%, zijnde een bedrag van € 960.000.
- Versnelling klimaat- en energiebeleid/CDOKE
We ontvangen uitvoeringsmiddelen voor het klimaat- en energiebeleid voor de jaren 2023 tot en met 2025. Jaarlijks gaat het om een bedrag van € 1,5 miljoen. Dit bedrag is bestemd voor personele en bijbehorende materiële kosten (onderzoekskosten e.d.). De provincies hebben aangegeven dat we rekening mogen houden dat we dit bedrag structureel ontvangen. We hebben dit bedrag dan ook structureel als opbrengst vanuit het Rijk begroot. Ook hebben we kosten structureel begroot. Het is wel een risico dat dit bedrag toch niet structureel wordt vanuit het Rijk. Daarom hebben we een risicopost opgenomen in de begroting van 50% (€ 750.000).
- Extra subsidie culturele instellingen (Muzelinck en Groene Engel)
In deze begroting is voor deze culturele instellingen extra subsidie opgenomen voor de jaren 2023 en 2024. In totaal een bedrag van circa € 0,6 miljoen per jaar Dit is noodzakelijk om deze instellingen in deze jaren overeind te houden. Daarbij is afgesproken om op basis van een nieuwe subsidiesystematiek te kijken naar de opdracht en activiteiten/ projecten van deze instellingen en de daarbij passende jaarlijkse subsidie.
We nemen een risicopost op van 50% (€ 0,3 miljoen) als op basis van deze nieuwe systematiek en bijbehorende opdracht structureel hogere subsidie noodzakelijk is.
Samengevat bestaat de risicopost uit:
Bedrag * € 1.000
Bedrag | % | Bedrag | ||
---|---|---|---|---|
Mogelijk tekort jeugdzorg | € 1.800 | 50% | € 900 | |
Investeringskosten onderwijs | € 1.200 | 80% | € 960 | |
Versnelling klimaat- en energiebeleid | € 1.500 | 50% | € 750 | |
Hogere subsidie culturele instellingen | € 600 | 50% | € 300 | |
Totaal | € 2.910 |
Algemene reserve
De omvang van de algemene vrije reserve is per 1 januari 2023 afgerond € 43,4 miljoen (inclusief saldobestemming jaarrekening 2022). Van dit bedrag is € 3,6 miljoen bestemd voor concrete projecten, waarover reeds besloten is. De minimale norm van deze reserve is 10% van de algemene uitkering. Op basis van de meicirculaire 2023 is dat € 22,6 miljoen. Dit betekent dat de vrije ruimte binnen de algemene reserve circa € 17 miljoen is. In deze begroting doen we voorstellen voor besteding van deze vrije ruimte (nieuw beleid). Na deze besteding sluit de hoogte van de algemene reserve aan bij de noodzakelijke omvang.
3O-ontwikkelingen
Samengevat geven de 3O-ontwikkelingen het volgende beeld:
+ is nadeel: hogere uitgaven/lagere inkomsten | |||||||
Progr | Omschrijving | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |
1 | Lagere kosten huishoudelijke verzorging | -550 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
1 | Hogere kosten individuele begeleiding en dagbesteding | 900 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
2 | Aanpassing investeringsplan Onderwijs (MIP) | 198 | 182 | -549 | -741 | -286 | |
2 | Egalisatiereserve Wsw | -271 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
2 | Vrijval Peuteropvang 2023 | -100 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
2 | Huurkosten tijdelijke huisvesting Aventurijn | 176 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
2 | Lagere kosten participatiebudget | -250 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
2 | Hogere huuropbrengsten kinderopvang | 0 | 0 | 0 | 0 | -104 | |
2 | Hogere kosten bijzondere bijstand | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | |
3 | Hogere gemeentelijke bijdrage GGD | 0 | 197 | 197 | 197 | 197 | |
3 | Verkoop groene Engel | -682 | -44 | 12 | 12 | 12 | |
3 | Aanpassing investeringsplan Sport (MIP) | -18 | -351 | -381 | -340 | -306 | |
3 | Aanpassing investeringsplan Ontmoeten (MIP) | 0 | 0 | 0 | -56 | -56 | |
4 | Hogere inkomsten nutsbedrijven | -200 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4 | Hogere kosten begraafplaatsen | 0 | 55 | 62 | 65 | 65 | |
4 | Uitvoeringskosten klimaatakkoord (CDOKE) | -1.321 | -1.321 | -1.321 | -1.321 | -1.321 | |
6 | Kermis | 97 | 97 | 0 | 0 | 0 | |
8 | Hogere gemeentelijke bijdrage Veiligheidsregio Brabant Noord | 0 | 349 | 373 | 420 | 525 | |
9 | Hogere kosten wagenpark | 0 | 54 | 94 | 104 | 117 | |
9 | Bijstelling standenregister 2023 | 111 | 111 | 111 | 111 | 111 | |
9 | Hogere kosten vervangingsinvesteringen ICT | 0 | -133 | 77 | 61 | 225 | |
9 | Beheerder bodem- en stortplaatsen | 0 | 103 | 103 | 103 | 103 | |
9 | Tweede kamer verkiezingen 22 november 2023 | 300 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
9 | Bijdrage BrabantStad | 65 | 65 | 65 | 65 | 65 | |
10 | Afbouw inzet reserves Maaslandgas en deposito BNG | 0 | 0 | 0 | 0 | 129 | |
10 | Extra OZB opbrengsten | -133 | -133 | -130 | -130 | -130 | |
10 | Voordeel doorbelasting personele kosten | 0 | -400 | -650 | -450 | 0 | |
10 | Stijging rentekosten | 0 | 0 | 100 | 250 | 360 | |
10 | Hogere bijdrage BSOB 2023 | 211 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
- | Diversen | 74 | 229 | 241 | 186 | 178 | |
Totaal 3O-ontwikkelingen | -1.295 | -841 | -1.497 | -1.365 | -17 |
Belangrijke 3O ontwikkelingen waarbij reserves worden ingezet zijn in onderstaande tabel opgenomen:
+ is nadeel: hogere uitgaven/lagere inkomsten
- is voordeel: lagere uitgaven/hogere inkomsten
bedragen x € 1.000
Progr | Omschrijving | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | Plan van aanpak dak- en thuisloosheid | 152 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1 | Inzet reserve dak- en thuisloosheid | -152 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1 | Transformatieproject jeugd | 600 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1 | Inzet algemene reserve | -600 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1 | Opvang Vluchtelingen 2024 | 0 | -8.300 | 0 | 0 | 0 |
1 | Extra storting in reserve opvang vluchtelingen | 0 | 8.300 | 0 | 0 | 0 |
2 | Bijzondere bijstand en armoedebeleid | 490 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2 | Inzet reserve Bestaanszekerheid | -490 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2 | Opvang vluchteling leefgeld 2024 | 0 | 300 | 0 | 0 | 0 |
2 | Inzet reserve opvang vluchtelingen | 0 | -300 | 0 | 0 | 0 |
3 | Aanpakken klimaatproblemen MFA Lith en de Meteoor | 289 | 14 | 0 | 0 | 0 |
3 | Inzet reserve verduurzaming gemeentelijk vastgoed | -289 | -14 | 0 | 0 | 0 |
4 | Programmamanager energietransitie | 0 | 108 | 0 | 0 | 0 |
4 | Inzet investeringsfonds duurzaamheid | -108 | 0 | 0 | 0 | |
5 | Verduurzaming Moleneind | 0 | 250 | 0 | 0 | 0 |
5 | Inzet reserve economie | -250 | 0 | 0 | 0 | |
7 | Voorbereidingskosten gebiedsontwikkelingen (IMVA's) | 3.900 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7 | Inzet algemene reserve grondbedrijf | -3.900 | 0 | 0 | 0 | 0 |
9 | Bestedingsplan reserve Versterken gemeentelijke dienstverlening kwetsbare groepen (POK) | 380 | 0 | 0 | 0 | 0 |
9 | Inzet reserve versterken gemeentelijke dienstverlening | -380 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bij de programma’s verderop in deze programmabegroting benoemen we alle 3O-ontwikkelingen en lichten we deze toe (onderdeel 4.2).
Investeringen
Via deze programmabegroting stellen we ook investeringskredieten vast. De kapitaallasten van de investeringen zijn verwerkt in de lasten per programma. Als er sprake is van nieuwe investeringen hebben we dat gedaan via de 3O-ontwikkelingen of nieuw beleid bij de programma’s. In de paragraaf investeringsplan zijn alle investeringen opgenomen. Samengevat geeft dit het volgende beeld per programma:
Bedragen * € 1.000
Investeringsplan | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | Totaal |
---|---|---|---|---|---|---|
2. Werk, inkomen en onderwijs | 205 | 2.673 | 9.365 | 14.500 | 13.465 | 40.208 |
3. Ontmoeten, sport en cultuur | 880 | 5.248 | 6.441 | 11.537 | 2.100 | 26.206 |
4. Klimaat, energie en openbare ruimte | 7.618 | 5.749 | 7.323 | 7.238 | 7.313 | 35.241 |
5. Economie | - | 638 | 898 | - | - | 1.536 |
7. Verstedelijking, wonen & mobiliteit | 413 | 477 | 885 | 291 | 681 | 2.747 |
9. Besturen in verandering van tijden | 4.266 | 3.688 | 3.906 | 2.625 | 1.919 | 16.404 |
10. Financieel beleid | 1.100 | 1.100 | 1.100 | 1.100 | 1.100 | 5.500 |
Totaal geplande investeringen | 14.482 | 19.573 | 29.918 | 37.291 | 26.578 | 127.842 |
Naast de reguliere investeringen voorzien we grote investeringen in het Walkwartier en TBL (lopend), het Golfbad, de Lievekamp en op het gebied van ruimtelijke ambities. Deze verhogen bovenstaand investeringsplan aanzienlijk. Voor een specificatie van de reguliere investeringen wordt verwezen naar betreffende paragraaf investeringsplan. Het vaststellen van de programmabegroting is de basis voor het uitvoeren van de investeringen. Daarbij is het totale investeringsbedrag per programma leidend. In een apart raadsvoorstel stellen we voor welke investeringskredieten beschikbaar worden gesteld aan het college voor de uitvoering en voor welke investeringskredieten het mandaat bij de gemeenteraad blijft. Dit conform de nota investeringsbeleid 2023.
Septembercirculaire
Samengevat is de uitkomst van de septembercirculaire als volgt:
+ is nadeel: hogere uitgaven/lagere inkomsten
- is voordeel: lagere uitgaven/hogere inkomsten
bedragen x € 1.000
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |
---|---|---|---|---|---|
Septembercirculaire 2023 | -225.710 | -241.216 | -243.660 | -225.494 | -227.985 |
Meicirculaire 2023 | -225.739 | -238.816 | -241.147 | -223.313 | -221.446 |
Totale stijging | 29 | -2.400 | -2.513 | -2.181 | -6.539 |
Af te zonderen posten | 1.604 | 2.601 | 2.385 | 1.868 | 2.210 |
Netto voordeel | 1.633 | 201 | -128 | -313 | -4.329 |
Conclusie :
De algemene uitkering stijgt in alle jaren. In 2024 € 2,4 miljoen extra en dit loopt op tot € 6,5 miljoen in 2027.
Wanneer we hiervan de noodzakelijke afzonderingen afhalen ontstaat er in 2023 een tekort van € 1,6 miljoen. De jaren erna (2024-2026) zijn de mutaties beperkt. Opvallend is dat het laatste jaar 2027 een positieve ontwikkeling kent van € 4,3 miljoen. Dit is positief voor het meerjaren beeld van onze begroting.
Belangrijkste punten uit de circulaire zijn:
Algemene ontwikkelingen:
- De accressen zijn voor de jaren 2023 tot en met 2025 bevroren. Dit bekent dat naast alle specifieke mutaties, we alleen loon- en prijscorrectie krijgen over deze jaren.
- De verwachte inflatie over 2024 is hoger dan in mei werd verwacht. Dit betekent een hogere accres voor de prijsontwikkeling vanaf 2024.
- In het landelijke coalitieakkoord is besloten om het accres vanaf 2026 niet langer te koppelen aan de hoogte van de rijksuitgaven. Dus niet langer “samen de trap op- samen de trap af”. Dit betekent een fors nadeel in 2026 ten opzichte van het jaar 2025. De algemene uitkering is voor ons dan € 18 miljoen lager. “Het ravijn” wordt versterkt doordat de zogenaamde opschalingskorting tot en met het 2025 verdwijnt, maar dat deze in 2026 weer terugkomt. Ter compensatie van dit ravijnjaar in 2026 heeft het kabinet een bedrag van € 1 miljard extra beschikbaar in 2026/ 2027. Dit is verwerkt in bovenstaande saldi.
- Het kabinet heeft besloten dat het gemeentefonds vanaf 2027 geïndexeerd wordt op basis van de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp). Dit op basis van een 8-jarig historisch gemiddelde om te komen tot meer stabiliteit. De indexatie volgt de prijsontwikkeling van het bbp van het lopende jaar, zodat het gemeentefonds reëel op niveau blijft.
- Voor het jaar 2027 ontstaat door deze nieuwe systematiek een voordeel door een hoger volumeaccres van ruim € 700 miljoen. Dit is voor onze gemeente een bedrag van circa € 3,6 miljoen extra in 2027.
Voor een uitgebreide toelichting van de septembercirculaire 2023 verwijzen we naar bijlage 4.
Structureel saldo programmabegroting
Om een goed oordeel te kunnen vormen over de begroting is het van belang om het saldo te corrigeren met incidentele baten en lasten. De baten en lasten die niet incidenteel zijn, zijn immers structureel van aard. Het structurele begrotingssaldo geeft aan of de structurele lasten met structurele baten worden afgedekt. Als dat het geval is, is de begroting structureel in evenwicht.
In de volgende tabel berekenen we het structurele saldo van de programmabegroting.
+ is nadeel: hogere uitgaven/lagere inkomsten | ||||||
Omschrijving | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|---|---|
Resultaat | -19.065 | 2.078 | -38 | -247 | 4.039 | 3.081 |
Incidentele baten en lasten | -12.016 | 8.726 | 12.654 | 15.606 | 1.152 | 0 |
Structureel begrotingssaldo | -7.049 | -6.648 | -12.692 | -15.853 | 2.887 | 3.081 |
Voor de specificatie van het jaar 2022 verwijzen we naar de jaarrekening 2022.
De conclusie hieruit is dat de begroting in 2024 structureel sluitend is. Meerjarig is in 2026 het structurele saldo afgerond € 3 miljoen nadelig, dit komt door het ravijnjaar.
Het saldo van incidentele baten en lasten wordt vooral veroorzaakt door grote, incidentele investeringen die opgenomen zijn voor mobiliteit, binnenstedelijke transformatie, stadscentrum, waterveiligheid en verschuivingen van investeringen in het MIP.
In bijlage 2 staat een specificatie van de incidentele baten en lasten.